Kinderen zijn naar mijn inzien niet in een programma te vangen
Ritme en structuur
Kinderen zijn naar mijn inzien niet in een programma te vangen. Ze vinden een steeds terugkerend dagritme wel prettig, het geeft hen een gevoel van structuur en veiligheid. Voor mij zijn het handvatten om een dag prettig te laten verlopen.
Liefdevol omgaan met en respect hebben voor kinderen vind ik belangrijk. Het proces van ontdekken en leren begint al bij de geboorte en dit natuurlijke proces moet zo min mogelijk worden gestoord door inbreng van volwassenen. Als gastouder creëer ik optimale voorwaarden zodat kinderen de kans krijgen op te bloeien, zichzelf te ontdekken en ontwikkelen. Dat betekent dat ik rekening houd met het persoonlijke ritme en de individuele ontwikkeling van kinderen en respect toon.
Volledige aandacht
Verzorgingsmomenten zijn bij mij belangrijk. Dan heb ik één-op-één contact en alle aandacht voor het kind. Daar geniet een baby volop van. Ik vertel bij iedere handeling wat ik doe, en als hij het patroon op een gegeven moment herkent, helpt hij mee. Hij geeft een luier aan, of doet zijn beentjes in de lucht. Zo’n verzorgingsmoment, of een gezamenlijke activiteit, kondig ik altijd aan. Zo weet een kind waar hij aan toe is en krijgt het de gelegenheid zijn spel af te maken. Dat geeft rust en voldoening.
Letterlijk en figuurlijk de ruimte
Bewegingsruimte speelt een belangrijke rol. Ik gebruik bijvoorbeeld nauwelijks een box en heb geen wipstoeltjes. Baby’s liggen vaak op een kleed op de grond en krijgen zo de mogelijkheid zichzelf en de wereld op hun eigen manier en op hun eigen tempo te ontdekken. Kinderen hebben niet veel nodig; voor een baby is de omgeving al voldoende ter lering en vermaak. Speelgoed met geluidjes en lichtjes heb ik bijna niet. Kinderen spelen hier vooral met veel open materialen. Iedereen bepaalt zelf waarmee hij speelt; ik laat ze hun gang gaan. Natuurlijk ben ik altijd op de achtergrond aanwezig. Dat zorgt voor een geborgen gevoel waardoor kinderen zich veilig voelen en meer durven.
De speelkamer is voorbereid met materiaal dat er mooi uitziet en uitdaagt. De kasten zijn zodanig ingericht, dat de kinderen overal zelf bij kunnen, de materialen overzichtelijk, op niveau opgeborgen. Zo kunnen de kinderen zien waarmee er gespeeld kan worden en wanneer ze klaar zijn met spelen, kunnen ze het zelf makkelijk weer opruimen. Dit bevordert hun zelfredzaamheid en zelfstandigheid.
Het is leuk om te zien dat kinderen trots zijn als iets lukt. Dat vergroot zichtbaar het zelfvertrouwen.
Activiteiten
Ik heb geen vastomlijnd activiteitenprogramma. De kinderen bepalen zelf wat ze willen doen. Het komt dus voor dat het ene kind knutselt of verft, een ander danst op muziek en sommigen spelen in de speeltent. In principe sta ik overal voor open, grijp zo min mogelijk in en kauw niets voor. De kinderen komen altijd tot eigen spel en zitten vol met ideeën. Ze zijn uren zoet met ontdekken, bekijken en voelen. Dat wekt nieuwsgierigheid op.
Wel besteed ik aandacht aan de natuur om ons heen en het jaargetijde waarin wij leven. We gaan veel naar buiten, om de seizoenen direct te ervaren. Stampen in de plassen, lopen in de wind, blaadjes rapen, klauteren en klimmen, plantjes zaaien en kijken hoe ze groeien, in de zandbak spelen met zand, naar de speeltuin of naar de eendjes.
Rituelen: We doen kringspelletjes waarin ruimte is om te luisteren naar de beleving van ieder kind en er wordt dagelijks gezongen en voorgelezen.
Materialen: Materiaal is bij voorkeur eenvoudig, er is veel van één soort en het is open-eindmateriaal. We werken ook met natuurlijk materialen. Het resultaat is hierbij niet belangrijk, het gaat om het proces.
Geen VVE of gerichte activiteitenprogramma
Ik werk bewust niet met een gericht activiteitenprogramma. In mijn visie leren en ontwikkelen kinderen juist door te spelen. Kinderen hebben geen invulling nodig die door volwassenen is bedacht. Ze krijgen bij mij de ruimte om zelf en met elkaar de wereld te onderzoeken en om hun eigen talenten te ontdekken en te ontwikkelen.
“Een kind dat iets bereikt door zelfstandig te experimenteren verwerft een heel andere kennis dan een kind dat een kant en klare oplossing krijgt aangeboden”.
(Emmi Pikler)